
Jan 5 dagen offline in de bossen van Frankrijk
Wat in onze werkwijze altijd leidend is, moet je als professional ook blijven verdiepen en zélf blijven ervaren.
Daarom besloot ik op 15 oktober in de auto te stappen, op weg naar de Vogezen, om hier samen met Norbert Koopen
5 dagen te verblijven in de bossen. Je begrijpt vast: Zo’n ervaring is niet in een paar woorden te vangen,
dus ik verblijd je met het hele verhaal 😉 Mocht je daar nou geen tijd/zin in hebben:
als je wilt lezen welke voornemens het mij heeft opgeleverd, dan scroll je gewoon lekker naar beneden.
WAT DE NATUUR MIJ TE ZEGGEN HAD
Vijf dagen zonder telefoon of andere afleiding, in volle verbinding met de natuur.
Met alleen onze backpacks met de meest noodzakelijke spullen op onze rug.
Bossen, bergtoppen, open vlaktes, de mooiste roofvogels, herten, kou, vuur…
Wat er dán gebeurt is lastig te beschrijven, maar ik zal een poging wagen.
DAG 1
Vanaf het moment dat we de kaart openslaan begint voor mij het avontuur.
We bepalen onze route en beginnen, met bergstokken in de hand, aan de eerste beklimming.
Steil én zwaar, met zo’n 25 kilo op onze rug, en zonder stokken nagenoeg onmogelijk.
Urenlang dolen we in stilte door de bossen.
‘s Ochtends hebben we voor vertrek een visualisatie gedaan die deze dag centraal zal staan.
Door het lopen, de stilte en de omgeving gaan de gedachten in mijn hoofd alle kanten op.
Soms heel bewust, een andere keer helemaal afgedwaald, naar niks.
De ongedwongen setting zorgt er al snel voor dat ik mij vrij voel om volledig in de stilte te wandelen,
zonder de ‘verplichting’ om sociaal wenselijke gesprekken te voeren.
We hebben alle tijd om dat later te doen, en als het niet gebeurt is het ook prima, zo voelt het.
Tijd speelt deze dagen totaal geen rol en dat is een hele bijzondere gewaarwording. Ik besef mij steeds meer
hoe de haastige (Westerse) maatschappij met al zijn verwachtingen, prestatiedruk en hang naar geld en spullen
een grote negatieve invloed heeft op mijn/ons welzijn en welbevinden. We laten ons leiden door geld en tijd
en raken hierdoor volledig uit contact met de natuur en de mensen om ons heen.
Hoe vaak zeg ik wel niet tegen mijn zoon dat ik even geen tijd heb om met hem te tafeltennissen omdat ik nog
wat werk moet afmaken? Hoe vaak zeg ik niet tegen mijn dochters dat ik even te druk ben om een gezellig avondje
met ze op de bank te hangen? Hoe vaak zeg ik niet tegen mijn vrouw dat ik toch echt eerst even dat schilderen eerst
af wil hebben voordat we fijn samen bij de houtkachel kunnen gaan zitten om een goed gesprek voeren?
STOP! Het eerste besluit is genomen, al op dag 1.
Ik stop met de bullshit en richt mij op wat echt belangrijk is: Contact.
Concreet betekent dit dat ik niet meer op mijn telefoon kijk als er mensen om mij heen zijn die ik liefheb.
Ik was al gestopt met Facebook, nu gaat Insta ook van mijn telefoon.
We sprokkelen hout, maken een vuurtje. Hangen onze hangmatten alvast in de bomen.
Nu daar, zittend bij het kampvuur, voelt mijn besluit zelfs nóg logischer dan eerder.
Ik verbeeld me een man, swipend op zijn telefoon, met mensen om zich heen die hij liefheeft,
maar die hij het onmogelijk maakt om contact met hem te kunnen maken. En omgekeerd.
Dat is afgelopen, klaar.
Zittend bij het vuur is er nog steeds ruimte voor stilte, maar komen ook de mooiste gesprekken tot stand.
In alle rust filosoferen over het leven. Gedachten en vragen in woorden vatten, of gewoon voorbij laten gaan.
Wanneer we besluiten onze hangmatten in te kruipen wordt pas duidelijk hoe donker de nacht kan zijn;
het maakt niet uit of ik m’n ogen open of dicht heb……het is zwart!
DAG 2
Ik voel me blij en opgelucht wanneer de zon eindelijk zijn licht weer begint te werpen op deze koude aarde.
Ondanks mijn slaapzak (die mij tot -20 warm zou moeten houden) heb ik bijna geen oog dicht gedaan.
We zitten op ongeveer 1000 m hoogte en de vorst heeft de varens wit doen kleuren.
Ik heb het koud.
Ik sleep mezelf uit mijn hangmat en beweeg me naar het kampvuur. Het smeult nog na van de avond ervoor.
Het hout ligt hier voor het oprapen dus na vijf minuten heb ik voldoende om het vuur lekker opnieuw op te stoken.
Ik schat in dat het een uur of zeven in de ochtend is, Norbert ligt nog te slapen.
Terwijl mijn lijf langzaam opwarmt, mijmer ik alweer lekker weg bij de vlammen.
Ik realiseer me dat we gisteren over de hele dag gezien slechts 2 wandelaars zijn tegengekomen.
Het voelt alsof we alleen op de wereld zijn. Wat is dit, hier, nu, een contrast met hoe ik mijn dag normaliter begin:
opstaan, snelle nieuws-check, opfrissen, vaatwasser, ontbijt klaarmaken, kinderen naar school brengen, mail checken…
Daar bij de vlammen neem ik mijn tweede besluit:
ik begin vanaf nu elke dag zonder telefoon en mét aandacht voor de mensen om mij heen.
Daarna, voordat ik begin met werken, neem ik de tijd voor een wandeling of om te sporten. Een half uurtje is voldoende.
Laat mijn agenda dit niet toe? Een portie discipline is het enige wat ik dan nodig heb: gewoon iets eerder opstaan.
Gaat lukken!
Na een slow ontbijt nog éven dommelen in de ochtendzon. Een bakje oploskoffie kan zeker ook goud zijn!
Dan vervolgen we ons pad. We gaan eerst op zoek naar een punt waar we wat water kunnen tanken, want dit is bijna op.
Zowel gisteren als vandaag wordt ons vooroordeel bevestigd dat Franse mensen niet altijd de meest vriendelijke
of behulpzame zijn. Gisteren werden we door de eigenaar van een (inmiddels gesloten) auberge weggestuurd
met de boodschap dat hij geen water voor ons had. Vandaag moeten we voor twee halve liter flesjes € 6,- neertellen.
Aangezien we al twee uur gelopen hebben zonder een huis tegen te komen en we geen idee hebben wanneer we
weer ergens water kunnen bijvullen, kopen we de flesjes. Om 500 m verderop een (wel) vriendelijke Fransman
te treffen, waar we onze voorraad verder kunnen aanvullen. Kosteloos.
Omdat we de afgelopen nacht door de kou bijna niet geslapen hebben, gaan we voor de tweede overnachting
op zoek naar een hut. Overal in de Vogezen in de bossen zijn onbemande hutten en abri’s (schuilhut met 3 muren).
Deze hutten zijn vrij toegankelijk, met soms zelfs een open haard of houtkachel erin, en je mag erin slapen.
Aan het eind van de middag vinden we zo’n hutje, mét open haard, met ook nog een tafel waarop we kunnen slapen.
Keihard, maar wel een stuk warmer!
‘s Avonds bij het vuur begin ik thuis al een beetje te missen.
Normaliter app ik mijn vrouw en kinderen vaak even als ik van huis ben, kort horen, even inchecken.
Ik voel nu ook heel sterk de behoefte om ze te appen, om te vertellen dat het fantastisch is, en wat ik tot nu toe beleefd heb.
Ik voel ook meteen de meerwaarde van het bewaren voor als ik thuis ben.
Ik heb ook geen keus, want de telefoon is niet mee natuurlijk.
Ik besluit te gaan schrijven in het boekje wat ik mee heb.
En me beperkend tot de kern, valt alle onzin weg.
DAG 3
Houten bedden schenken warmte voor een nacht. Zeker. Maar daarbij óók een zere rug en pijnlijke heupen.
En dus een goede reden om mijn lichaam na het ontwaken snel in beweging te brengen.
Naar buiten.
Kijkend naar de lucht lijkt het alweer een mooie dag te worden. Eerst maar weer eens het vuur op gang brengen.
Al hout sprokkelend verdwaal ik weer in de rust van het niets moeten.
Wat zou het toch geweldig ontspannen zijn als ik mijn dagen altijd zo zou kunnen beginnen.
Na een ontbijt bij het kampvuur pakken we onze spullen in. We speuren de kaart af naar een volgend hutje,
want ondanks het houten matras is deze overnachting ons goed bevallen. Het is natuurlijk afwachten of de hut
waar we naar op weg gaan vrij is, maar die kans achten we groot, gezien we de wandelaars die we tegenkomen
op een halve hand te tellen zijn. We stippelen de route uit en vervolgen ons pad.
We wandelen bijna de hele dag in stilte.
We lopen door een dorpje, waar een behulpzame mevrouw ons voorziet van nieuw water.
Ongeveer een uur voordat we (inschatten) bij het hutje te zijn, begint het te regenen.
Het is niet erg om in de regen te lopen, maar slapen na een hele dag lopen is toch lekkerder met een echt dak boven je hoofd,
dan onder een zeiltje in het bos. We lopen door. Eenmaal bij het hutje zien we dat het een open hut is met een kachel.
Het blijkt een abri te zijn: in plaats van vier muren nu helaas maar drie. Maar geen probleem,
want er ligt wel droog hout voor ons klaar. De kachel staat snel aan en we installeren ons.
Net voordat het donker wordt rijdt er een grote 4×4 auto richting ‘onze’ hut. Dat hier überhaupt auto’s kunnen komen voelt al
vreemd, maar wanneer je de hele dag geen mensen bent tegengekomen en je je echt in the middle of nowhere waant,
is het helemaal een aparte gewaarwording. De man en vrouw die uitstappen zijn de eigenaren van een stukje bos hier,
en attenderen ons op een veel grotere hut, 2 km verderop. Ze willen ons daar wel naartoe brengen?
Ons vooroordeel over Fransen kan nu echt de prullenbak in, want dit zijn de liefste mensen die je maar kunt bedenken.
Ze helpen ons met het inpakken van onze spullen, we laden nog een flinke vracht stookhout in, en stappen dan in.
De hut blijkt meer een huis te zijn: een enorme houten blokhut met drie lange tafels, banken en een grote open haard.
We bedanken het Franse echtpaar vriendelijk en installeren ons opnieuw.
De hut is zó groot dat we onze hangmatten er in op kunnen hangen.
Dit belooft de beste nacht van allemaal te worden.
We hebben bijna geen water meer.
Als we morgen nog iets willen drinken, dan moeten we daar nu eerst iets op bedenken, voordat we onze hangmatten induiken.
In de hut staan enkele pannen die we kunnen gebruiken om regenwater op te vangen.
Met mijn poncho maken we een grote opvangbak waarmee we het water als een trechter naar de pannen geleiden.
Het ziet er fantastisch uit. Nu duimen.
DAG 4
Onze macGyver skills hebben gewerkt: we hebben zo’n 3 liter water opgevangen!
Deze dag lijkt in z’n geheel een dag van water te worden.. de lucht voorspelt veel regen. We pakken de kaart.
Wat gaan we doen? Als we flink doorlopen, kunnen we rond de avond aankomen bij een Auberge (herberg).
We weten niet of deze open zal zijn, maar we nemen de gok.
Tijdens dag vier komt Trots om de hoek kijken.
Ik ben trots op het feit dat ik deze dagen goed vol kan houden, maar dat is niet het enige.
Ik zie de patronen voorbij komen waaruit ik mij los heb geworsteld.
Ik heb mij ontdaan van allerlei beperkende overtuigingen die mij in mijn leven heel lang in de weg hebben gestaan.
Een aantal daarvan vonden hun oorsprong in de tijd dat ik nog in het onderwijs werkte.
Ik was er toen heilig van overtuigd dat wanneer ik uit het ‘systeem’ zou stappen, ik geen zekerheid meer zou hebben.
Daarbij zou ik minder verdienen, voor altijd mijn vele vakanties opgeven, ik zou minder vrije tijd hebben.
Allemaal overtuigingen die, nu ik terugkijk, níet kloppen.
Wat opmerkelijk was in die periode, was dat heel veel mensen om mij heen diezelfde overtuigingen hadden
en mij ervan wilden overtuigen dat ik beter kon blijven doen wat ik deed.
En dat is natuurlijk wat systemen willen: blijven zoals ze zijn.
Kijk maar naar familiesystemen, het onderwijssysteem, organisatiesystemen.
Het is voor mij heel hard werken geweest om me los te maken van het systeem,
maar het is de beste keuze die ik ooit gemaakt heb.
Met trots kijk ik terug op de gemaakte keuzes die ik zonder de steun van mijn vrouw Lisanne nooit had durven maken.
Zij is degene die zei: “Wat is het ergste wat er kan gebeuren?” En op alle antwoorden die ik gaf zei ze:
“En als dat zo is, dan hebben we altijd elkaar nog”. Alle argumenten om het niet te doen vielen weg door
de onvoorwaardelijke steun van Lisanne. Dat was voor mij nodig om in het diepe te springen.
Nu kijk ik met trots terug op alles wat we hebben neergezet,
en hoeveel mensen we door deze sprong écht hebben kunnen helpen.
Na een lange dag komen we aan bij de auberge.
De vraag: Wat is het ergste wat er kan gebeuren? is ook vandaag een paar keer voorbij gekomen.
Alle antwoorden hierop zijn niet meer relevant: de eigenaar opent de deur voor ons en heet ons hartelijk welkom.
De open haard steekt hij voor ons aan, maar niet voordat hij een heerlijk biertje voor inschenkt.
Om half acht zitten we aan een bord zuurkool met worst. In de warmte, volledig in de rust,
terugkijkend op memorabele dagenen met het weerzien van mijn vrouw en kinderen in het vooruitzicht,
sluit ik in goed gezelschap mijn dagen hier in de Vogezen af.
Ik heb ervaren, geleerd, besloten. In contact, mét aandacht, met trots.
….
NU, VIER WEKEN LATER
Vier weken na een ervaring is het een mooi moment om terug te kijken.
Wat is er gebeurd met mijn ‘goede voornemens’?
Of een patroon werkelijk doorbroken is en het effect daarvan kan pas in een later stadium vastgesteld worden,
maar vaak geeft een periode van 28 dagen wel een goede indicatie of iets wel of niet gaat werken.
Wat ik na een maand (nog steeds) doe:
🔹De dag beginnen in contact, mijn telefoon pas na 9 uur aan.
🔹Dagelijks koud douchen/koud bad
🔹Elke dag lezen
🔹Na FB nu ook geen Instagram meer
🔹Meer wezenlijke, waardevolle tijd met mijn gezin doorbrengen
🔹Mijn tijd effectiever gebruiken en indelen, minder bullshit
Ik gun jou deze ervaring ook!
Tijdens mijn dagen in de bossen puzzelde ik al een beetje in mijn hoofd over wat ik allemaal ga doen met deze ervaring.
De vorm was op dat moment nog niet helder maar ik wist wel dat iedereen dit eens zou moeten doen.
Het brengt je terug naar de basis. De kern.
Na een paar dagen valt de puzzel steeds verder in elkaar.
Ik wil de basis van jongens verbeteren en dat doe ik door hun basis mee te nemen op reis.
De vaders die hun zoon zien afglijden, wegkwijnen, terugtrekken of afhaken neem ik mee op reis
zodat zij hun rol als vader ten volle kunnen nemen en leven. Zodat JIJ dat kan.
Gun jij je zoon de beste vader die je kunt zijn? En gun jij jezelf dit ook?
Ik zou het fantastisch vinden als je met me meegaat.
Reserveer je plek, 23 t/m 27 september 2024, ‘Vaders in de Vogezen’
Groet!
Jan